Het wetsvoorstel ‘versterking decentrale rekenkamers’ is op 31 mei jl. aangenomen door de Tweede Kamer. De langverwachte invoering van de rechtmatigheidsverantwoording is ook een onderdeel van dit wetsvoorstel.

Wettelijke Rekenkamer

Het wetsvoorstel strekt ertoe de regeling van de huidige rekenkamerfunctie in de Gemeentewet en de Provinciewet te laten vervallen. In het voorstel worden gemeenten en provincies verplicht een rekenkamer in te stellen. Rekenkamers onderzoeken of beleid en bestuur kostenefficiënt, effectief en volgens de regels gebeurt. Dit wetsvoorstel beoogt een sluitend stelsel voor gedegen rekenkameronderzoek tot stand te brengen ter ondersteuning van de controlerende rol van de raad. De vormgeving van de rekenkamer was aan de gemeente overgelaten. 

 

Omdat de rekenkamerfunctie vormvrij is, bevat de huidige vigerende regeling geen waarborgen dat alle gemeenten op een adequate wijze werk maken van rekenkameronderzoek. De wettelijke eisen waarmee de (nieuwe) regeling voor de lokale rekenkamer en de gemeenschappelijke rekenkamer zijn omgeven, bieden daartoe wél de noodzakelijke waarborgen. Dit is wat de wetgever beoogde bij de invoering van de dualisering en waar dit wetsvoorstel alsnog voor moet zorgen.

Rechtmatigheidsverantwoording

De kogel is door de kerk. Vanaf het verslagjaar 2023 wordt de rechtmatigheidsverantwoording ingevoerd; als het aan de 2e kamer ligt in ieder geval. Dat geeft gemeenten 2022 nog als “oefen- c.q. voorbereidingsjaar”. Het college van B&W legt zelf verantwoording af aan de raad middels een rechtmatigheidsverantwoording vanaf de jaarrekening 2023.

  • Het college rapporteert dat de financiële transacties rechtmatig zijn wanneer de eigen bevindingen uit eigen onderzoek onder de gestelde verantwoordingsgrens blijven.
  • Het college rapporteert verder of en zo ja, welke financiële transacties niet (geheel) rechtmatig zijn én de verantwoordingsgrens overschrijden. In dat geval geeft het college aan waar de bevindingen/afwijkingen betrekking op hebben en voor welk bedrag.

 

Nu verstrekken externe accountants een controleverklaring met een oordeel inzake getrouwheid en rechtmatigheid bij de jaarrekeningen van gemeenten. Vanaf de jaarrekening 2023 gaat het oordeel over de rechtmatigheid verdwijnen. B&W geeft een rechtmatigheidsverantwoording in de jaarrekening en deze valt onder het getrouwheidsoordeel van de accountant. De accountant kijkt dus nog wel of de rechtmatigheidsverantwoording ‘juist’ is.

De rechtmatigheidsverantwoording wordt gezien als groeimodel waarbij drie ambitieniveaus worden onderscheiden.

  1. Verantwoording gericht op financiële rechtmatigheid en hantering van wettelijke normen.
  2. Verantwoording gericht op financiële rechtmatigheid + aantal relevante processen/thema’s benoemen die aandacht krijgen.
  3. Verantwoording gericht op bredere bedrijfsvoering, zogenaamde In Control Statement.

 

Om een goed beeld te krijgen van de naar de stand van zaken en het ambitieniveau van de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording bij gemeenten zal EFK onderzoek verrichten. Hiervoor zal een enquête worden gehouden onder de GemeenteGoed abonnees. Over de resultaten zullen we in GemeenteGoed verslag van doen.